Agaat

Groeve Juchem

De omgeving van Idar-Oberstein (het Nahe Mulde bekken) in het Zuid Westelijk deel van Duitsland was zo’n 275 miljoen jaar geleden een vulkanisch actief gebied. In de groeve “Juchem” nabij het dorpje Niederwörresbach zijn 2 typen gesteente te onderscheiden die het direct gevolg zijn van dit vulkanisme. Tussen deze 2 basaltachtige gesteenteformaties is een ongeveer 6 meter dik pakket van sedimentair gesteente aanwezig. Dat betekent, dat er ook tijdlang geen vulkanische activiteiten hebben plaatsgevonden. De gehele periode (inclusief die der sedimentatie) heeft ongeveer 4 miljoen jaar geduurd.

Ontstaan van Agaat

Vanuit de magmakamer in het onderste deel van de aardkorst baant een smelt (lava) zich een weg naar boven richting vulkaan. Aan het aardoppervlak ontsnapt een deel van het gas en veroorzaakt schuim. Een ander deel blijft in de lavastroom opgesloten. Als de lava afkoelt gaat dat aan de boven en onderzijde sneller dan in het midden, waardoor er vele gasbelletjes blijven steken vlak onder de bovenste laag van de smelt. De bellen in het midden van de stroom voegen zich samen en vormen grotere holtes. De stroomrichting van de lava is vaak af te lezen aan de vorm van de holtes: dun stroomopwaarts en dik en rond stroomafwaarts.

Waar de lava tot stilstand is gekomen zijn ze geheel rond of linzenvormig. Als de temperatuur is gedaald naar ongeveer 400 °C condenseert het gas tot een agressieve hete vloeistof. Deze vloeistof begint het omgevende gesteente aan te tasten en om te zetten in mineralen die aan de binnenkant van de holtes neerslaan. De buitenkant “huid” van zo’n holte is vaak door het mineraal Celadoniet groen gekleurd. De vervolgens aan de binnenzijde afgezette laagjes vormen de zogenoemde “Agaat”.

Ze bestaat uit een verzameling fijn kristallijne mineralen met dezelfde samenstelling als kwarts, vuursteen of opaal namelijk: SiO2oftewel kiezelzuur. De verschillende kleuren ontstaan door sporenelementen uit metalen.

Andere mineralen

Als de laagjes afgezet zijn is er soms nog holruimte over, hier kunnen vaak kristallen uit Calciet, Amethist, en Fluoriet ontstaan, deze knollen zijn bekend onder de naam geode (hetgeen letterlijk “holte” betekent). Hier zijn fraaie voorbeelden van bekend, het is beslist de moeite waard om een kijkje te nemen in het mineralogisch museum in Idar. De aldaar tentoongestelde onder andere de enorme weliswaar uit Zuid Amerika afkomstige Amethistgeodes aldaar zijn van een grote schoonheid.

De eerdergenoemde hoger gelegen delen van de lava zijn meestal helemaal omgezet en door het mineraal Chloriet groen gekleurd. Vanwege de nog zichtbare amandelvormige belletjes wordt dit gesteente Amandelsteen genoemd.

Geschreven door: Wouter Wildenberg