Zee-egels

Zee-egels behoren tot de stam van de stekelhuidigen (Echinodermata) en de klasse Echinoidea. De omvang der fossiele stekelhuidigen is circa 20.000; de thans levende soorten bedraagt circa 6000. Beperken we ons tot de thans levende zee-egels dan komen we op circa 1000 soorten. Zee-egels zijn vrijlevende bolvormige tot halfbolvormige afgeplatte stekelhuidigen met een inwendig skelet. De schaal (corona) bestaat uit aaneengesloten platen. De mond ligt aan de onderzijde van het lichaam terwijl de anus halverwege het midden van de bovenzijde ligt. De oudste stekelhuidige fossielen zijn afkomstig uit het Cambrium. Zowel ondiep als dieper zoutwater zijn natuurlijke biotopen van de zee-egel. Predatoren zijn o.a. zee-otters en vissen. Bij zee-egels worden zowel manlijke als vrouwelijke exemplaren onderscheiden. Zaadjes en eitjes ontmoeten elkaar in het zeewater en voilà, na de versmelting van beiden ontstaat een zee-egel in staat van wording.

De stekels (spines) van de zee-egel worden gebruikt ter bescherming tegen belagers en dienen ook voor verplaatsing over de zeebodem. Het voedsel van de zee-egel bestaat uit algen. Normaliter hebben zee-egels een doorsnede van 3 cm t/m 10 cm. De stekels zijn gemiddeld 1 cm t./m 3 cm lang. Het geslacht Diadema heeft met stekels van 10 cm t/m 30 cm de langste stekels. De stekels van een aantal soorten zee-egels bevatten een toxine wat voor mensen bijzonder gevaarlijk kan zijn. Een goed voorbeeld hiervan is de Toxopneustes pileolus (Lamarck, 1816). Deze zee-egel, ook genoemd de “flower urchin” bevat in de stekels een tweetal typen gif die actief worden geproduceerd (exotoxinen). Bij experimenteel onderzoek aan dieren is aangetoond dat beide exotoxinen (Contractin A-ontdekt in1991 en Peditoxine, ontdekt in 1994) inwerken op het centrale zenuwstelsel (bij een steek); sedatie en coma kunnen het gevolg zijn. Voor problemen met deze zee-egel in Nederland hoeven we niet echt bang te zijn. Deze zee-egel komt exclusief voor in de Japanse wateren (zie foto 1 links).

Een tijdje terug stonden bezoekers van ons museum vertwijfeld te kijken naar een aantal fossiele stekels van een zee-egel afkomstig uit Egypte (Jura ouderdom). Onze gasten vroegen zich af of deze objecten daadwerkelijk afkomstig zijn van een zee-egel. Na enige discussie en het laten zien van enkele foto’s uit de literatuur waren onze gasten overtuigd. Zij vroegen zich af waarom we niet een complete zee-egel met stekels exposeren? Ik legde uit dat stekels van zee-egels, na de dood van het dier losraken van de schaal-en dus nooit-in fossiele vorm- compleet gevonden worden. Dezelfde avond vond ik op de website van Catawiki een prachtig exemplaar met stekels genaamd Sphaerotiaris precincta (foto 2 rechts). De zee-egel is afkomstig uit de Atlas in Marokko (Telsint) en betreft een vondst uit het Pliensbachien (Lias, ca. 180-190 miljoen jaar oud).

De stekels zijn bij opgraving in de directe omgeving van de matrix aangetroffen en na prepareren weer keurig bevestigd op de schaal. Op deze wijze heb je toch een indruk hoe een complete Sphaerotiaris precincta er uitgezien moet hebben. Het geslacht Sphaerotiaris betreft een monotypisch taxon gebaseerd op de morfologie van de stekels. Deze zee-egel is voor het eerst beschreven door Lambert in 1933 en werd door hem geplaatst in de familie van Firmacidaris. Het moet in die tijd een heel gedoe geweest zijn om te bepalen of de stekels inderdaad bij deze familie thuishoren. Gelet op de homologie tussen zee-egel lichaam en stekels wordt aanbevolen om het holo-type voorlopig te classificeren als Firmacidaris precinata. Eerder exposeerde we ook een zee-egel in de matrix van vuursteen afkomstig uit Denemarken. Normaliter worden in vuursteen wel restanten van fossielen aangetroffen, maar een complete zee-egel, ja dat is een zeldzaamheid. De Sphaerotiaris precincta heeft inmiddels een fraaie plaats gekregen in een van onze Jura vitrines.

Geschreven door: Harrie de Koning
Gepubliceerd op: 16 september 2016