Ötzi en de tonderzwam

Wat is Ötzi? Ötzi is een ijsmummie uit de kopertijd en gevonden op 19 september 1991 in de Ötztaler Alpen. De mummie lag op het Hauslabjoch aan de rand van de gletsjer Niederjochferner op een hoogte van 3210 meter. De ijsmummie werd gevonden door het echtpaar Helmut en Erika Simon. Na de vondst is de berging wat klungelig uitgevoerd en aanvankelijk bleek de wetenschappelijke waarde niet direct duidelijk. Toen bleek dat de vondst toch echt wel was gedaan op Italiaans grondgebied werd de mummie overgebracht naar het Zuid-Tiroler Archeologiemuseum in Bolzano, waar Ötzi nog steeds te bewonderen is. Toen archeologen begonnen met hun onderzoek bleek al snel dat de vondst van de mummie sensationeel genoemd mocht worden. Met behulp van de radioactieve koolstofdatering hebben een viertal laboratoria een klein stukje bot van Ötzi onderzocht op ouderdom. De gemiddelde waarde van de datering geeft tussen 5200 jaar en 5300 jaar aan (Spindler et al., 1993). De leeftijd van Ötzi zelf wordt geschat op 45 jaar. Al met al een bijzondere vondst en gelet op de ouderdom is deze vondst ouder dan de mummie gevonden in de Pyramide van Cheops. De ijsmummie werd gevonden met veel houten en lederen gebruiksvoorwerpen; de koperen bijl die hij bij zich had wordt door archeologen de meest fraaie en complete vondst genoemd; de koperen bijl is de enige (koperen bijl) vondst uit het Neolithicum die volledig intact is. De datering van de houten voorwerpen die Ötzi bij zich had is tot op heden nog niet uitgevoerd. De houten voorwerpen hebben voor jaarringendatering te weinig ringen (27 in plaats van de minimale vereiste van 50). Gelet op de restanten kleding van de mummie denkt men dat hij een vooraanstaand bewoner was van een nabijgelegen bergdorpje. Heel bijzonder is ook dat Ötzi een klein lederen zakje bij zich had waarin stukjes paddenstoel aanwezig waren. Na onderzoek van de hyfen van deze paddenstoel werd duidelijk dat het hier moest gaan om de restanten van de echte tonderzwam, genaamd Fomes formentarius en restanten van de berkenzwam (of berkendoder), genaamd Piptoporus betulinus (Poder et al. 1994). Het gebruiksdoel van de stukjes zwam is niet geheel duidelijk, vermoedelijk heeft Ötzi het gebruikt voor het maken van vuur. Hieronder gaan we de tonderzwam nader bekijken. Foto: De ijsmummie gevonden.

[afbeelding]

Zwammen behoren tot het rijk van de schimmels (Fungi) en worden onderscheiden in zakjes zwammen (Ascomyceten) en buisjes zwammen (Basidiomyceten). Een dwarsdoorsnede van een zwam zien we op onderstaande foto. De op de foto aanwezige zwammen zijn tonderzwammen, deze behoren tot de Basidiomyceten. [afbeelding]

Zwammen zijn zogenaamde zwakte parasieten. Het woord “zwakte” slaat op het feit dat zwammen slechts op verzwakte of dode bomen leven. Na het afsterven van de boom leeft de zwam verder als saprofyt. Zwammen worden aangetroffen op eiken, beuken en vooral op berken. Ze zijn meerjarig, zijdelings vergroeid en hoef of halfcirkelvormig met een maximale doorsnede van wel 50 centimeter. In het Engels wordt de tonderzwam ook wel aangeduid als tinder fungi of amadon tinder/horse hoof fungus (Amerikaans). Overigens, los van de tonderzwam, het grootste type zwam wat we kennen is de honingzwam. In de Amerikaanse staat Oregon zijn honingzwammen gevonden van ca. 2400 jaar oud. Het ondergrondse vruchtlichaam van deze zwammen kan een omtrek bereiken van ca. 890 hectaren! Terug naar Ötzi. Hoe zou hij vuur hebben gemaakt met stukjes zwam? Het gebruik van de zwam om vuur te maken gaat heel ver terug. Lang geleden wist men al dat het trama of tondel, direct onder de schil of cortex geschikt is om vuur te maken. Na het verwijderen van het tondel, het drogen en het snijden in kleine stukjes houd je uiteindelijk een pluizig materiaal over wat snel ontbrand met behulp van vuurstenen of door het gebruik van andere technieken. Het kan zijn dat de stukjes zwam van Ötzi niet hebben gediend om vuur te maken maar voor medicinaal gebruik bedoeld waren. Vroeger werd de zwam gebruikt als bloedstelpend middel of als middel om het nachtelijk zweten van tuberculose patienten te verlichten. Bewezen is ook dat de polysachariden uit zwammen een immuun modulerende werking hebben en te gebruiken zijn als middel om de weerstand tegen infecties te verhogen. Met de vondst van Ötzi is er een fraaie natuurhistorische vondst gedaan die bewezen heeft dat naast het verstenen en verdrogen van objecten het bevriezen een uitstekende methode is om objecten op een natuurlijke manier te conserveren. In het museumseizoen 2018 zal de doorsnede van een echte tonderzwam (afkomstig uit Macedonië) worden geëxposeerd in ons natuurhistorisch museum. Daarnaast kunnen onze bezoekers een reusachtige tonderzwam bewonderen afkomstig van particulieren uit Rumpt.

Geschreven door: Harrie de Koning
Gepubliceerd op: 03 maart 2018